OmnesViae als reconstructie van de Tabula Peutingeriana
OmnesViae.org biedt een reconstructie van de Tabula Peutingeriana met moderne technieken. De Tabula Peutingeriana (TP, ook wel Peutingerkaart genoemd) is een middeleeuwse kopie van een Romeinse wegenkaart van rond het jaar 300.
Onderzoek van Richard Talbert vormt de belangrijkste basis voor deze reconstructie. Plaatsnamen, verbindingen en afstanden zijn grotendeels gebaseerd op door hem gepubliceerde data (zie http://cambridge.org/us/talbert/). Voor een studie van de Tabula Peutingeriana met behulp van OmnesViae is het van belang te weten hoe deze reconstructie tot stand is gekomen, hoe OmnesViae werkt en waarin de onderliggende data afwijken van die van Talbert.
Verrijking met bergpassen
De data van Talbert geven voor iedere verbinding tussen twee plaatsen inzicht in eventuele rivierenoversteken. Door OmnesViae is dit verrijkt met informatie over de bergpassen zoals ze getoond worden op de Tabula Peutingeriana. Dit is gedaan door een analyse van de TP zoals gereproduceerd door Konrad Miller (Itineraria Romana, 1916). OmnesViae toont deze informatie over rivieroversteken en bergpassen in de schematische weergave van een geplande route.
Toevoeging van verbindingen over water
Op de TP leiden niet alle wegen naar Rome. Een deel van de plaatsen is door water van het Europese vasteland gescheiden en de TP geeft geen concrete informatie over waterwegen. Om de bruikbaarheid van OmnesViae te verhogen zijn drie verbindingen over water toegevoegd: een verbinding over de Bosporus tussen Constantinopolis en Chrisoppolis, een verbinding tussen Italia en het huidige Sicilië bij Regio en Messana en een verbinding tussen Britannia met het vaste land tussen Ratupis en Gesoriacum (conform het Itinerarium Antonini). In de huidige opzet zijn bijvoorbeeld plaatsen op Kreta en Cyprus niet met Rome verbonden.
Toevoeging van ontbrekende afstanden
De routeplanner gebruikt bij het berekenen van de kortste route de afstanden zoals die op de TP vermeld staan (hierbij wordt geen rekening gehouden met de verschillende lengte-eenheden zoals de Romeinse mijl of de Gallische legua). De TP meldt echter niet voor alle verbindingen een afstand. De routeplanner zal deze verbindingen verkiezen omdat ze gezien worden als verbindingen met afstand "0". Dit resulteert soms in routes die in praktijk niet de kortste zijn. Voor sommige verbindingen is daarom een gereconstrueerde afstand toegevoegd. Zo'n gereconstrueerde afstand kan in het schematische overzicht herkend worden door de notatie tussen ()-haakjes. Bij de reconstructie van een afstand is rekening gehouden met de in het betreffende gebied gebruikte lengte-eenheid. Dit is gedaan door een analyse van door de TP gegeven afstanden tussen gelokaliseerde plaatsen.
Verrijking van plaatsnamen
De plaatsnamen zoals te vinden op de TP zijn deels aangevuld met hedendaagse plaatsnamen. Hierbij is gebruik gemaakt van de informatie op http://www.tabula-peutingeriana.de/. In de schematisch weergegeven route wordt de hedendaagse naam tussen ()-haakjes getoond. In sommige gevallen geeft de TP geen plaatsnaam of is die volgens Talbert (deels) onleesbaar. In die gevallen is zo mogelijk gebruik gemaakt van de naam volgens Miller. OmnesViae kent van verschillende plaatsen ook een alternatieve naam of spellingsvariant. Deze zijn doorgaans afkomstig van de databank op http://pleiades.stoa.org/.
Toevoeging van geolocaties
Om plaatsen op Google Maps te kunnen tonen is het merendeel van de plaatsen voorzien van geocoördinaten. In eerste instantie is dit gedaan door de locaties van bekende hedendaagse plaatsnamen te bevragen bij de Google geolocator webservice. Dit leidde tot vrij veel incorrecte locaties. Voor plaatsen waar geen correcte locatie voor gevonden kon worden is vervolgens gebruik gemaakt van diverse internetbronnen, met name van http://geonames.org/. Helaas ontdekte ik de dienst op http://pleiades.stoa.org/ pas ná deze excercitie. Voor alle plaatsen die in die fase nog geen aannemelijke locatie hadden is vervolgens geprobeerd deze in Pleiades te vinden. Aanvullend zijn ook de geïsoleerde plaatsen van de Peutingeriana aan OmnesViae toegevoegd, tenminste als ze via Pleiades van een geolocatie voorzien konden worden. Bij het toevoegen van een geolocatie is altijd met gegevens van gelokaliseerde omliggende plaatsen gecontroleerd of deze aannemelijke geacht kon worden. Bijna 2000 van de 2760 plaatsen konden zo van een locatie voorzien worden.
Herschepping van het verloren westelijke deel
Het meest westelijke deel van het Romeinse Rijk staat niet op de Tabula Peutingeriana. Waarschijnlijk is dat kaartdeel verloren gegaan voordat de bewaard gebleven kopie gemaakt werd. OmnesViae biedt een reconstructie van dit verloren deel.
Bij de herschepping van 'Hispania' is in eerste instantie gepoogd het werk van van Konrad Miller te volgen. De hierop getoonde routes bleken dikwijls slechts beperkt te reconstrueren of bevatten aanzienlijke onjuistheden. Daarom zijn de routes en plaatsen op het verloren deel in tweede instantie overgenomen van het Itinerarium van Antonius (IA). Dit verklaart waarom in Hispania niet-routeerbare plaatsen te vinden zijn die ook niet in het IA vermeld staan. Voor Britannia is de interpretatie van het IA van Roman-Britain.org gevolgd. In Mauretania is de aanname gehanteerd dat in het IA de plaatsen 'Oppido Novo colonia' en 'Tigava castra' verwisseld zijn.
Over de gebruikte symbolen
De symbolen die bij de plaatsen getoond worden zijn representatief voor de door Annalina en Marco Levi onderscheide klassen (Itineraria picta: Contributo allo studio della Tabula Peutingerianam, 1967). Het zijn dus niet exact de afbeeldingen zoals ze op de Tabula te vinden zijn maar een voor de symboolklasse representatieve variant. In de huidige versie van OmnesViae is Rome wel van een embleem voorzien maar Constantinopolis en Antiochia nog niet.
De symbolen op het verloren deel zijn vrijelijk gebaseerd op de reconstructie van Miller. Ze zijn herkenbaar aan de weergave in enkel grijstinten.
Laatste wijziging: 21/10/2011